Algemene Voorwaarden zijn de welbekende ‘kleine lettertjes’ die standaard in de meeste contracten worden opgenomen. De gebruiker, dat wil zeggen de partij die deze voorwaarden heeft opgesteld, kan hiermee zijn wederpartij in een bijzonder benarde positie brengen. De Algemene Voorwaarden worden immers door de gebruiker opgesteld vanuit zijn eigen perspectief, en zijn doorgaans niet onderworpen aan enige onderhandelingen. Om zwakkere wederpartijen in dit soort verhoudingen te beschermen, is door de EU de Richtlijn betreffende oneerlijke contractbedingen in consumentenovereenkomsten opgesteld. Deze Richtlijn dient ter bescherming van de belangen van de ‘zwakke’ consument tegenover sterke professionele partijen. Naar aanleiding hiervan heeft de Nederlandse wetgever heeft in ons Burgerlijk Wetboek ( BW) een regeling opgenomen voor deze vorm van consumentenbescherming.
Op grond van die bepalingen in het BW, kan de consument een beding laten vernietigen wanneer dit beding ‘onredelijk bezwarend’ wordt geacht. Nadat een beding is vernietigd, geldt het niet meer in de contractuele relatie tussen partijen. Het is aan de consument om te stellen en te bewijzen dat een beding onredelijk bezwarend is. Dit blijkt in de praktijk lastig. De rechterlijke toets is in dit soort zaken feitelijk van aard en daardoor dikwijls onvoorspelbaar.
De wetgever komt consumenten hierin tegemoet met het opstellen van de zogenaamde “zwarte lijst” in het BW. Hierin staan voorbeelden van bedingen die worden geacht, respectievelijk vermoed, onredelijk bezwarend te zijn. Valt een beding uit de Algemene Voorwaarden onder de strekking van de “zwarte lijst”, dan staat daarmee onweerlegbaar vast dat dit beding onredelijk bezwarend is en hoeft de rechter verder nergens aan te toetsen. Daarnaast heeft de wetgever een “grijze lijst”opgesteld. Valt een beding onder de strekking van de “grijze lijst”, dan moet de gebruiker aantonen dat het beding niet onredelijk bezwarend is, waarbij de rechter ook zal kijken naar de feitelijke gang van zaken. Deze beide lijsten leveren aldus een aanzienlijke verlichting op van de bewijslast van de consument.
Hoewel deze regeling slechts de bescherming van consumenten beoogt, bevinden kleine ondernemers zich vaak in hetzelfde schuitje als de zwakkere consument. De Nederlandse rechtspraktijk voorziet hierin doordat de rechter een beroep op de grijze en zwarte lijsten bij kleine ondernemers ook van toepassing kan achten. Hoewel de wetgeving is geschreven ter bescherming van consumenten kunnen ook kleine ondernemers een beroep op deze bepalingen doen. Met een duur woord wordt dit de zogenaamde ‘reflexwerking’ genoemd. Wanneer de reflexwerking toepassing vindt, is ook hier weer sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In ieder geval is het aan de kleine ondernemer om te bewijzen dat hij in aanmerking komt voor de toepassing van de beschermingsregels om aldus van de voordelen hiervan gebruik te maken.
Het betreft hier een theoretisch lastige materie maar kan bij een procedure een groot voordeel opleveren. Het is daarom verstandig om juridisch advies in te winnen wanneer u van mening bent dat een beding uit de Algemene Voorwaarden bij een van uw contracten onredelijk bezwarend is. Ook is het verstandig om de Algemene Voorwaarden die u zelf in uw contracten hanteert te laten nakijken, om eventuele procedures zoveel mogelijk te voorkomen.
Recht voor zijn Raap Juristen kunnen u hierbij behulpzaam zijn.